In een aantal uitgaven van het Kwartaalblad van de Oudheidkundige Vereniging Den Ham-Vroomshoop is op velerlei wijze aandacht besteed aan de periode van de Tweede Wereldoorlog. Daarbij aansluitend lijkt het mij zinvol nog eens onder de aandacht te brengen dat de Jodenvervolging, ook aan het dorp Den Ham, niet zonder ernstige gevolgen voorbij gegaan is. Zo werden vijf Joodse Hammenaren ter dood gebracht in het Poolse concentratiekamp Sobibor. Van de gebeurtenissen die daaraan vooraf gingen en de gevolgen doe ik, zonder compleet te willen zijn, hieronder een chronologisch feitenrelaas.
Bij een verordening uit 1940 uitgevaardigd door de Commissaris-Generaal voor de Openbare veiligheid, tekenen de eerste beperkingen voor het optreden van Joden in het openbaar zich af. Alle gemeentebesturen krijgen een schrijven waarin het begrip “Jood” wordt gedefinieerd. Dit luidt als volgt:
Jood is een ieder, die uit tenminste drie naar ras uit voljoodsche grootouders stamt.
Als Jood wordt ook aangemerkt hij die uit twee voljoodsche grootouders stamt en hetzij zelf op den negende Mei 1940 tot de tot de joodsch-kerkelijke gemeente heeft behoord of na dien datum daarin wordt opgenomen, hetzij op den negenden Mei 1940 met een Jood was gehuwd of na dat oogenblik met een Jood in het huwelijk treedt.
Een grootouder wordt als voljoodsch aangemerkt, wanneer deze tot de Joodsche-kerkelijke gemeenschap heeft behoord.
De tijd die daarop volgt wordt het net langzaam maar zeker rond de Joden aangetrokken. De maatschappelijke isolatie wordt systematisch en doordacht uitgevoerd. Een willekeurige greep uit de vele maatregelen die volgen treft u hieronder aan.
Zo mogen Joden van meet af aan niet meer deelnemen aan het openbare leven, zoals het niet mogen optreden in schouwburgen, cabarets e.d. en daar ook niet als bezoeker mogen komen. Op 21 juli 1942 ontvangt de gemeente Den Ham een schrijven van de procureur-generaal van het gerechtshof in Arnhem, waarin nog eens duidelijk wordt toegelicht met voorbeelden in vraag en antwoord wat niet meer geaccepteerd mag worden van Joden. Enkele voorbeelden hiervan zijn:
Het is Joden verboden het huis van Arische medeburgers te betreden. Het rijden op paarden of zittend op een wagen meerijden met een Ariër is verboden. Werkt hij voor een Ariër dan dient hij het paard bij de teugels te nemen en naast het paard te lopen. Hij mag niet naar kapperszaken welke ook door Ariërs worden bezocht. Hij mag niet meer aan publieke markten deelnemen. Ook mag hij een flink aantal beroepen niet meer uitoefenen. Particuliere ziekenhuizen en sanatoria gebruiken borden met de tekst “verboden voor Joden” om ze uit hun inrichting te weren. Deze en nog tal van andere maatregelen om de Joden uit te sluiten worden achtereenvolgens verordineerd.
In het kader van het inleveren van de aan Joden behorende rijwielen schrijft op 30 juni 1942 het gemeentebestuur van Den Ham aan de Gevolmachtigde voor de reorganisatie van de Nederlandse Politie te ‘s Gravenhage “dat de in de gemeente wonende Joden te weten Simon Schlosser een herenrijwiel (transport), Judic Schlosser-van Dam een damesrijwiel, Miechel Schlosser een herenrijwiel en Gompert Schlosser een jongensfiets hebben ingeleverd”.
Op 27 juli 1942 ontvangt de burgemeester van Den Ham een schrijven van het Gewestelijk Arbeidsbureau te Zwolle betreffende het onderwerp: Uitzending van Joden naar werkkampen. Deze verzoekt zo spoedig mogelijk opgave te doen van de namen, adressen en geboortedata van de in de gemeente woonachtige Joden, binnen een bepaalde leeftijdscategorie. Aan deze opgave ware toe te voegen een “mededeeling omtrent samenstelling van de gezinnen van betrokkenen, zoo mogelijk met opgave van geslacht en geboortedata”. De burgemeester van Den Ham voldoet de volgende dag volledig aan het verzoek. Hiermee krijgt de bezetter, onder het twijfelachtig voorwendsel van “werkkampen” alle gegevens betreffende de Joodse maar ook half-Joodse gezinnen in handen. Voor de zorgvuldigheid, en om te voorkomen dat de burgemeester het niet zo nauw neemt met de waarheid, bestookt dit bureau vervolgens veelvuldig de burgemeester met uiteenlopende vragen omtrent leeftijden, gezinssamenstelling en afkomst.
Daarna verlangt Herrn Aussenstellenleiter der Sicherheitspolizei per telegram nog eens alle gegevens en wil gedetailleerde “Verzeichnis der judischen, gemischt judische Heirat und das Allter der Kinder”.
Op 10 maart 1943, het is dan Biddag, worden vijf Hammer Joden gearresteerd. Het is Levi Schlosser geboren op 1-10-1867 te Den Ham. Hij is ongehuwd en van beroep koopman en veehouder en is woonachtig aan de Esweg in Den Ham.
Ook zijn broer Simon Schlosser eveneens geboren in Den Ham op 22-12-1885 van beroep koopman en pluimveehandelaar woonachtig met zijn gezin aan de Daarleseweg wordt gearresteerd.
Zijn vrouw Judic Schlosser-van Dam geboren op 29-09-1886 te Leek in Friesland en zijn twee zonen Miechel Schlosser, van beroep slotenmaker geboren op 8-7-1918 te Den Ham 25 jaar oud en zijn jongere broertje Gompert geboren op 30-7-1931 in Den Ham, hij is slechts 11 jaar oud, behoren ook tot de arrestanten.
Informeel ingelicht over de ophanden zijnde arrestatie en in de veronderstelling tewerk te worden gesteld, maar ook ervan overtuigd niemand enig kwaad te hebben aangedaan, ondergaan deze vijf hun aanhouding. De andere familieleden van het gezin denken daar anders over en duiken onder. Na de arrestatie worden zij met paard en (platte) wagen naar het station in Ommen overgebracht. Onderweg wisselen zij nog verschillende afscheidswoorden met bekenden. De schoonzoon van Simon fietst nog mee tot de spoorwegovergang in Ommen. Nadien werd niets meer van hun vernomen.
Over de nagelaten eigendommen van de weggevoerden laat de bezetter geen gras groeien. Er dient door de gemeente een lijst te worden aangeleverd, in het Duits, met de complete inventarissen. Deze inventarissen worden afgevoerd en komen onder Duits beheer. De achtergelaten woningen worden door de Grundstuck Verwaltung aan de A.N.B.O. (Algemeen Nederlandsch Beheer Onroerendgoed) overgedragen. Op 17 Juni 1943 ontvangt de burgemeester van de gemeente Den Ham een schrijven van A.N.B.O. dat de woning van Simon Schlosser is doorverkocht en onmiddellijk kan worden aanvaard door de nieuwe eigenaar en dat deze de sleutel ter beschikking dient te worden gesteld.
Het informatiebureau van het Nederlandse Roode Kruis gevestigd te ’s Gravenhage geeft op 8 juli 1947 vijf verklaringen af betreffende de gedeporteerde Joden uit Den Ham, alle vijf van de zelfde strekking. Een van deze luidt als volgt:
Simon Schlosser geboren 28.12.1885 te den Ham, laatste adres: Magele B 127 op 17 maart 1943 met bestemming Sobibor (Polen) werd gedeporteerd. In aanmerking genomen, dat uit verklaringen, afgelegd door drie personen, te weten Sara Engel-Wijnberg en Chaim Engel woonachtig te Zwolle Veemarkt 23 en Ursula Stern woonachtig te Utrecht, Nieuwe Gracht 88, die van de ruim 33.000 uit Nederland gedeporteerde personen het langdurig verblijf in dit kamp overleefden, blijkt dat vrijwel alle personen die naar Sobibor werden vervoerd, onmiddellijk na aankomst door gas werden verstikt en daarna gecremeerd; voorts, dat van of omtrent gezochte sedert de deportaties niets nader werd vernomen; kan worden vastgesteld, dat Simon Schlosser voornoemd, op of omstreeks 20 maart 1943 aan de gevolgen van verstikking is overleden.
In het vernietigingskamp Sobibor is heden ten dage, ter nagedachtenis aan de slachtoffers, een Gedenklaan waarlangs stenen zijn aangebracht met daarop de namen van de slachtoffers. Van de uit Den Ham afkomstige en omgekomen Familie Schlosser ziet u op een van de bijgaande afbeeldingen de plaat met tekst die op deze steen is aangebracht.
Ook een andere van geboorte Hammernaar David Schlosser geboren te Den Ham op 04-08-1880 wist de Jodenvervolging niet te ontlopen. Na zijn deportatie werd hij om het leven gebracht op 15-12-1942 in Auschwitz. Deze David Schlosser vertrok in 1913 vanuit Den Ham naar Markelo en trouwde met de Markelose Eva Cohen. David was veehandelaar, vanaf 1927 woonde deze familie Schlosser in een woning aan de Bergweg in Markelo. Toen David in 1942 moest worden afgevoerd is nog geprobeerd om hem te helpen. Hij werd naar zijn geboorteplaats Den Ham gebracht en dook daar onder. Maar David kreeg heimwee en fietste terug naar Markelo, waar hij al na enkele dagen samen met zijn zoon Gompert werd opgepakt. Toen later zijn vrouw Eva en dochter Sophia ingeseind kregen dat ook zij opgehaald zouden worden, vluchtten ze naar de bossen op de Markeloseberg. In de veronderstelling dat de kust veilig was keerden ze ’s avonds weer naar huis terug. Diezelfde nacht nog werden ze echter van hun bed gelicht en afgevoerd.
In het jaar 1947 proberen de erfgenamen en nabestaanden het onroerend goed aan de Daarleseweg terug in hun bezit te krijgen, welke in de oorlog door de bezetter werd geconfisqueerd en doorverkocht was aan een andere eigenaar. Deze eigenaar wilde hier aanvankelijk niet aan meewerken.
Op 22 april 1948 oordeelt de Raad voor Rechtsherstel in Arnhem nadat partijen niet tot overeenstemming konden komen, dat de erfgenamen het recht hebben het onroerend goed terug te kunnen kopen en bepaalt tevens de aankoopsom . Uiteindelijk kopen de nabestaanden tegen een aanzienlijk bedrag hun ouderlijk huis terug.
Eenmalig, in tegenspraak met het credo “zie niet om” de woorden die de woning aan de Daarleseweg sieren, vanwaar de Hammer Joden eertijd werden weggevoerd, en “opdat wij niet zullen vergeten” kwam deze bijdrage aan ons Kwartaalblad tot stand. Met dank aan de nabestaanden en in het bijzonder aan Geert Alfing die zijn familiearchief hiervoor beschikbaar stelde en waar bovenstaande gegevens aan zijn ontleend.
Wordt het dan eens geen tijd dat deze mensen herdacht worden met stolpersteine.
Voor diegene die niet weten wat dat inhoud, onderstaande is gekopieerd uit Wikipedia
Stolpersteine[1] is een project van de Duitse kunstenaar Gunter Demnig (1947, Berlijn). Hij brengt gedenktekens aan op het trottoir voor de huizen van mensen die door de nazi’s verdreven, gedeporteerd, vermoord of tot zelfmoord gedreven zijn. Deze Stolpersteine (lett. ‘struikelstenen’) herinneren onder andere aan Joden, Sinti en Roma, politieke gevangenen, homoseksuelen, Jehova’s getuigen en ‘euthanasie’slachtoffers.
De kunstenaar noemt ze Stolpersteine omdat je erover struikelt met je hoofd en je hart, en je moet buigen om de tekst te kunnen lezen.
Goed om door te vertellen en bij stil te staan!
De stolperstenen in Den Ham voor deze familie lijkt me een mooi en passend voorstel.
De oma van mijn oma, Alberdina Vennebrugge werd geboren in Den Ham. Ik las vandaag deze historie van de Joodse familie. Wat een drama. Waarom heeft die burgemeester op biddag geen list willen bedenken vraag ik me af.
ik lees in de krant dat de Joodse gemeenschap zich in ons land niet meer veilig voelt ,dit is een grote schande ,wat in het verleden gebeurd is mag nooit weer gebeuren.
Loop bijna dagelijks langs dit huis met de tekst Zie niet om”
Kijk er nu met een heel andere blik en gevoel naar….
Dit mag niet worden vergeten nu niet en nooit niet!!
Lees hier het verhaal van mijn moeder haar fam.Ik heb wel wat over deze vervolging van mijn moeder haar familie gehoord maar niet zo uitgebreid.
Mijn oma en moeder hebben de oorlog overleefd woonde in Zwolle.
Naar mijn herinneringen is hun verdriet nooit weggeweest.
Nooit geweten dat dit zo dicht bij mijn geboortehuis heeft afgespeeld.
In mijn kindertijd, veel in het huis geweest en hartelijk ontvangen.
Mijn broers herinneren deze familie en hebben mij daarover vertelt.
Morgen (06-12-2016) zal ik er zijn om hun familie te gedenken.