door: Herman Dasselaar
De Scholle in Vroomshoop rond 1905 met rechts de Brugwachterswoning en twee vrouwen in klederdracht welk gebruik blijkbaar nog in zwang was.
Vroomshoop dat vanaf haar ontstaan een snelle groei door maakte, heeft door de tijd heen heel wat cafés gekend, die inmiddels weer verdwenen zijn. We dienen ons te realiseren dat cafés vroeger een veel grotere sociale functie hadden dan tegenwoordig; men hoorde er de laatste nieuwtjes, je kon er voor vertier een kaartje leggen en het was tevens een trefpunt voor het ondernemen van gezamenlijke activiteiten. Stamtafels en later de biljarts waren onmiskenbare attributen welke dan ook in geen enkel café ontbraken. Vaak werden cafés aangedaan na gedane arbeid en in latere jaren ook na het bezoeken van sportwedstrijden en andere evenementen.
Kortom een café bood een welkome afwisseling op de sleur van het dagelijkse bestaan. Verstokte vrijgezellen, of diegene die het thuis niet konden vinden, maar ook vermaak zoekers waren veelal de vaste stamgasten. Een groot aantal van de eerste cafés ontstonden op kruisingen van wegen en kanalen; de aangewezen plek om met enig succes, een dergelijk etablissement te kunnen exploiteren. Evenals tegenwoordig werden naast het tappen van bier en het schenken van een borrel, nevenactiviteiten ondernomen, om zo “de boel” draaiende te houden, De één deed dit door het exploiteren van een feestzaaltje, de andere door het houden van een logement.
We zullen proberen de vele cafés die Vroomshoop eens rijk is geweest op een rijtje te zetten, in de hoop natuurlijk dat we er niet eentje vergeten. De vroegere drank en horecawet gebiedt ons eigenlijk onderscheid te maken tussen de verschillende vergunninghouders. Zo was een verlof A-houder gerechtigd bier en limonade te schenken en verlof B-houder alleen limonade (en stiekem een borrel) en een die een volledige vergunning bezat naast bovengenoemde ook gedistilleerde draken mocht schenken. Het voert hier te ver dit onderscheid telkens aan te geven, evenzeer als de vele opvolgende eigenaren die elk café telkens gehad heeft.
Op deze foto een afbeelding van het separatie punt ongeveer in het midden van de vorige eeuw . Links aan de overzijde zien we café Tebberman en in het witte pand aan de rechterzijde was indertijd café Radstaak gevestigd.
Om te beginnen café Vos, later Tebberman, op het punt van separatie. Het was een pleisterplaats voor scheepsjagers en beurtschippers. Naast het café bedrijf dreef Arend Tebberman, maar later ook zoon Mans, een logement en tevens werden er rijtuigen verhuurd voor uiteenlopende doeleinden. Zelfs lang is er de Vroomshoopse lijkkoets gestationeerd geweest. Het café is verdwenen als laatste was Cees van der Heuvel de exploitant van het café- restaurant waar ook Prins carnaval resideerde.
Over de brug, aan het begin van de Vriezenveenseweg had men vroeger café Radstaak, voordien in handen van respectievelijk de Vries en Schoenmaker. Toen de laatste kastelein Ab Radstaak hartklachten kreeg, ging dit café in 1977 dicht. Even zuidelijker aan de Vriezenveenseweg bevond zich café Elerveld later café Evers. In de zeventiger jaren was er nog een jongerenbar gevestigd genaamd ”het praathuis”. Men heeft het “niet aan de praat”houden want na enkele jaren sloot het definitief haar deuren.
Aan het eind van de Stationslaan, links, bevond zich vroeger het “stations koffiehuis”. Het werd geëxploiteerd door Geert Schuringa, van oorsprong uit Friesland afkomstig. Later kwam dit café in handen van Herman Khulmann, een corpulente cafébaas die voordien aan de Geerdijk het beroep van (hoef)smid had uitgeoefend. Ook Veerkamp en Donderwinkel hebben er de scepter gezwaaid. Bij Sluis V bezat vroeger Albert Lanting ook een verlof. Hij “bediende” er de schippers mee die in de schut lagen.
Café Gerrits stond op de plaats waar nu het winkel- en wooncomplex “Boegstate” is gevestigd. Op de foto zien we rechts nog een paarde kribbe waarin voer kon worden gedaan voor de paarden,
Centraal in Vroomshoop op de kruising Hammerstraat – Hoofdstraat, was eertijds het café van Mans Gerrits gevestigd. Het zat er tijdens de marktdagen stampende vol met gasten. Volgens insiders bezat dit café een oergezellige gelagkamer, welke de sfeer ademde van lang vervlogen tijden. Een paar huizen verder de Hoodstraat op had Willen van den Bosch zijn café: in het zelfde pand was ook de fietsenmakerij van Feibe Heikens gevestigd. Toen in 1969 zijn zoon Hendrik van den Bosch het café sloot en er een slijterij van maakte, verdween ook dit café van het toneel. Op de hoek van de Julianastraat met de Hoofdstraat bevond zicht vroeger café Kleijsen dat op 27 maart 1903 overging in handen van Jan Koekkoek. Ook hier was het tijdens de marktdagen een drukte van belang. Het café werd gesloten in 1969 waarna Arno Koekkoek er nog lang een slijterij met een feestzaal voor bruiloften en partijen exploiteerde.
Ter hoogte van het oude Irene maar dan aan de zuidzijde van de Julianastraat, was tot enkele jaren na de oorlog het café van Willem Wijnen. Toen de Duitsers de brug aan de Tonnendijk lieten springen leed de daar aanwezige openbare school zoveel schade dat lesgeven onmogelijk was geworden. Men week toen met een gedeelte van de kinderen uit naar o.a. het vergaderzaaltje dat bij Willem Wijnen z’n café behoorde.
Op de hoek van de Nieuwstraat en de Hammerweg stond vroeger café “het Hoekje” begonnen in 1924 door Jochem Boes. De laatste cafébaas was hier Albert Elferink. In de zeventiger jaren van de vorige eeuw viel ook voor dit café definitief het doek.
Iets verder op de Hammerweg tegenover architectenbureau Oldenhuis, stond cafe Brinkman. Verweven met de historie van het Vroomshoopse voetbal en ook korfbal, was het jarenlang een trefpunt voor spelers en supporters. Nadat Willen Brinkman er in 1962 mee stopte en de grond met de opstallen aan de Gemeente Den Ham werden verkocht was het ook met dit café gedaan. Pas vele jaren later is het pand, dat vanaf 1935 dienst had gedaan, gesloopt.
Halverwege den Ham ter hoogte van de huidige zgn. Telmans woningen bevond zich het café van Bauke de Groot. Bouke deed het later over in handen van Dieks Hekman. Het café met z’n veranda en platte dak, deed denken aan een echte Amerikaanse “saloon” ging na de oorlog dicht en verdween ook dit café onder de slopers hamer.
Op deze foto zien we het café “de Brug” toen het nog “de Vriendschap” heette. Het bestaat nog steeds en is gelegen op de hoek van de Geerdijk en de Noorderweg.
Aan de Geerdijk, net over het spoor links was het café van Jan Harmsen. Als nevenactiviteit werd er een dorsmachine geëxploiteerd. Later omstreeks 1930, kocht hij de toenmalige slagerij van Denissen, op de hoek bij de Geerdijk alwaar hij café “de Vriendschap” vestigde. Dit nog steeds bestaande café wat tegenwoordig de naam “De Brug” draagt, werd jaren lang door de schoonzoon van Jan Harmsen, Herman ter Riele (en schoonzus Lenie) geëxploiteerd. Aan de overzijde van het kanaal aan de Schoolstraat direct tegenover de brug is vroeger ook een café geweest. De caféhouder Elferink geheten was tevens wisselloper voor de Vroomshoopse ondernemers. Ook aan de Schoolstraat maar dan bijna bij de Tonnendijk bevond zich vele jaren gelden ook nog een café. De eigenaar Hendrik Overweg was een vervener en tevens cafébaas, maar het café verdween al ver voor de oorlog.
Het eerste café van Tiemen Postma was gevestigd aan het begin van de Schoolstraat. Hier op het terras zitten achter hun pilsje Vlnr,: Willem Rotman, Gerrit Jan Moddejonge, Geert Prangsma, Tiemen Postma, Willem Lantink, Dirk Bruins en Willem Hilberink.
Een eindje de Tonnendijk op, aan de linkerkant, was tot circa 1990 café “Nooitgedacht” begonnen door Tiemen Postma en voortgezet door z’n schoonzoon Johannes Lucas. Tiemen had voordien een café aan de Schoolstraat (zie foto hierboven). Café “Nooitgedacht” bezat naast een vergaderzaal ook een tijdlang een winkeltje in “van alles en nog wat” Het café ging in maart 1991 dicht wegens ziekte van de toen 88-jarige Trijntje Postma die meer dan 70 jaar lang de tap bediende.Verder de Tonnendijk op had vroeger een zekere van der Woude ook een verlof maar daar is niet veel meer van bekend. Aan diezelfde Tonnendijk vinden we nog steeds café “Tonnegie” indertijd begonnen door de familie Dogger en nu in handen van een Chinese familie.
Door gebrek aan klandizie , een veranderd leefpatroon van de bezoekers, en velerlei andere oorzaken ging het ene na het andere café ter ziele. Er resteren nog een handje vol van dit soort gelegenheden. Ook de concurrentie van de vele sportkantines heeft het cafébedrijf geen goed gedaan.Doch tijden veranderen, en wat is er leuker om mee te eindigen dan met een oud Vroomshoops gedichtje over vervener Hendrik Jan Pijlman die in 1857 naar Vroomshoop kwam, in een enigszins aangepaste vorm:
Op het punt van separatie woont Jan Pijlman met zijn vrouw. Grote ramen kleine ruiten, weinig licht maar wel veel duiten. ’s Avonds gaat Jan naar ’t logement met zes en een halve cent. Vijf cent voor een glaasje klare, één cent voor een stink sigare, en een halve cent voor de kastelein, me dunkt die Jan Pijlman mag er zijn.