Waar ontstond Vroomshoop precies?

 

Door Herman Dasselaar.

Deze vraag heeft verschillende schrijvers en onderzoekers in het verleden meermalen bezig gehouden. De naam Vroomshoop is veel ouder dan het dorp zelf, al twijfelen sommigen heden ten dage daar nog aan. Ruim honderd jaar voordat er sprake is van bewoning en dorpsvorming in Vroomshoop, wordt in de Marke Boeken van Den Ham en Linde al gesproken van ‘Vromehoopse akkers’.

vroomshoop 1854

Een kaart van rond 1855 van het gebied waar Vroomshoop nadien is ontstaan laat verschillende namen van complexen boekweit akkers zien. Tevens een aanzet van de nieuwe toekomstige infrastructuur. Het kanaal tracé Zwolle via het  Separatiepunt  naar Almelo is reeds gereed.

Namen akker complexen.

De complexen van boekweitakkers droegen verschillende namen. Het complex met de naam de  ‘Witte akkers’ was wat omvang betreft de grootste.  Andere namen van boekweitakkers  waren de ‘Wilde akkers’ de ‘Natte akkers’ en de ‘Flier akkers’. Daar tussen in geklemd met een incourante vorm als een soort restant akkers lagen de ‘Vroomhoopse akkers”. Deze laatste akkers waren bereikbaar via een zandweg die voor de korte zijde van deze akkers langsliep. Deze zandweg is nu de Nieuwstraat in Vroomshoop.

Boekweitcultuur.

Op deze akkers, die per complex in gebruik werden genomen, werd een boekweitcultuur bedreven die uiterst weersomstandigheden gevoelig was. Te nat, leverde problemen op maar daarnaast kon een late nachtvorst de hele oogst decimeren. Zo trachtten de boeren uit Linde en Den Ham, centraal in het Marke bestuur geregeld, boekweit  te verbouwen. Een roofbouw die slechts enkele jaren stand hield, waarna de uitgeputte boekweitakkers jaren lang aan hun lot werden overgelaten.

Ontsluiting veengebied.

Dit veenlandschap bezat voor die tijd een schat aan brandstof in de vorm van veen, waar in die tijd schreeuwend behoefte aan bestond. Om dit te ontsluiten en te winnen, werd er onder impulsen van de omliggende gemeenten een kanalenplan gemaakt. De Overijsselse kanaalmaatschappij lukte  het in om 1853  alle grond voor het gehele tracé aan te kopen. Men ging voortvarend te werk en zo werd op 1 augustus van dat jaar het kanaalvak Zwolle naar de Regge geopend. Omstreeks half augustus 1854 had men het kanaalvak de Regge, Separatiepunt, Vriezenveen al op diepte en was men bezig met het gedeelte richting Almelo. Het kanaal van Almelo (via Separatiepunt) naar Zwolle werd op 12 juni 1855 feestelijk opengesteld. Het kanaalvak vanaf het Separatiepunt in noordelijke richting tot de Vecht was inmiddels aanbesteed en kwam gereed op  5 september 1856. Zogenaamde ‘polderjongens’ waren aangetrokken om deze kanalen te graven. Stoere stevige en bonkige kerels die met schop en kruiwagen de klus klaarden.

Vestiging en bewoning.

Deze polderjongens die wel van aanpakken wisten, hadden toen de kanalen gereed waren, geen uitzicht meer op werk. En deel van hen bleef in dit inmiddels ontsloten gebied wonen en probeerden er een bestaan op de bouwen. Zo zien we als we de kadastrale leggers en registers er op na slaan, synchrone met het bevolkingsregister, dat deze polderjongens als eerste bewoners van dit omvangrijke veengebied  zich vestigen ten oosten van de huidige  Nieuwstraat, en aldaar grond verwerven en er bleven wonen. Onmiskenbaar zijn de namen van deze eerste pioniers van Vroomshoop als Zandbergen, Greveling, Boes en al hun andere kompanen van het eerste uur. Dit gebied Vroomehoopse-akkers genaamd kreeg hierdoor zijn bewoning. En wat was er voor een nauwgezette ambtenaar van de burgerlijke stand makkelijker om de plaats van bewoning exact te preciseren met Vromehoop? Dit was immers de naam van de akkers waarop ze waren gaan wonen!!  De latere benaming van de weg die voor deze bewoning langs liep “Nieuwstraat” spreekt ook in beide lettergrepen voor zich.

150 jaar vrhoop 056

De bewoning was primitief  (z.g. Plaggenhut)  zoals die indertijd aanvankelijk ook aan de toenmalige Nieuwstraat aanwezig was.

Separatiepunt.

Dat er nadien langs het kanaal en nabij het Separatiepunt “het Punt” in de volksmond genoemd, ook langzaam bewoning ging ontstaan doet niets af aan het feit dat al deze bewoners in het bevolkingsregister  van de burgerlijk stand en kadaster allemaal bewoners van Vroomshoop worden genoemd. Dat er dus sprake zou zijn van twee aan elkaar gegroeide dorpjes, zoals er wel wordt gesuggereerd, is in de archieven maar ook via overlevering niets te vinden.

Naam.

Nu vinden we de naam ‘Vroome hoop’ ook gewoon in een oud woordenboek als een uitdrukking die ijdele hoop of verwachting betekent en in die dagen als normaal gebezigd werd. Doch de betekenis Vrome had oudtijds ook de betekenis van; iets dat tot gemeen voordeel dient en ten algemene nutte.  De eerst genoemde verklaring in relatie met de schrale opbrengst van deze weinig hoopvolle akkers samen met het woord hoop heeft mijn voorkeur. Dat juist dan ook hierop voor bewoning is gekozen kan daarmee in verband staan. De latere afslijtsels, verbasteringen en verschrijvingen tot Bromershoop  en Vromehoop voor monniken zijn leuke romantische gedachten spinsels en is voer voor discussies en polemiek.  Het Klooster Sibbekoele werd in 1579 al opgeheven en de weg van Den Ham die er zo mogelijk door het veen naar toe liep, lag veel en veel noordelijker. Dus mocht u nog eens over de recent prachtig gerenoveerde Nieuwstraat rijden realiseert u zich dan dat daar de oorsprong ligt van het mooie dorp Vroomshoop!

De aquarel van Cornelis Pronk van het dorp Den Ham uit 1732



 


 

  Door Herman Dasselaar.

 IMG_0782

Zelfportret van Cornelis Pronk   (1691-1759)

Cornelis Pronk

Nu we een geheel vernieuwde ‘glossy cover’ om ons kwartaalblad hebben gekregen en er foto’s in kleur kunnen worden geplaatst, leek het mij wel toepasselijk om een bijzondere afbeelding van de Hammertoren onder de aandacht te brengen. Het betreft een aquarel uit 1732 van Cornelis Pronk. Naar mijn mening is het een van de mooiste oude afbeeldingen van ons oudste bouwwerk. De maker van dit kunstwerk is niemand minder dan Cornelis Pronk (1691-1759) en is te vinden  in de collectie van het prentenkabinet van het Rijksmuseum.

Cornelis Pronk was, in zijn tijd toen er nog geen fotografie bestond, een van de meest vooraanstaande en bekwaamste tekenaar van stads- en dorpsgezichten. Hij heeft ons een omvangrijk en prachtig oeuvre nagelaten. Wanneer hij ter plaatse in een schetsboek zijn motief had uitgetekend, werkte hij dit nadien uit in mooie prenten. Meestal waren dit gewassen pentekeningen. Bij uitzondering en in bijzondere gevallen maakte hij er een aquarel  (in kleur) van. Zo ook van onze toren. Blijkbaar sprak hem dit beeld van Den Ham zo aan dat hij het de moeite waard vond, om er deze prachtige aquarel van te maken. Een topstuk uit zijn oeuvre!

Cornelis Pronk was in 1732 samen met zijn vrienden  Abraham de Haen, ook een begenadigd tekenaar en  Andries Schoemaker op reis  door Overijssel. Deze laatste  was een linnenhandelaar uit Amsterdam en een verwoed verzamelaar van  tekeningen van kastelen en plaatsbeschrijvingen.  Zijn wortels  lagen in Almelo waar hij ook geboren is. Zijn huishoudster Geesje Arens reisde mee om voor de inwendige mens te zorgen. Ze trokken samen per koets door ons gewest om verschillende steden dorpen en buitenplaatsen vast te leggen. Deze drie heren beschikten over een behoorlijke historische bibliotheek aan boeken en gegevens, met een importantie om van te watertanden. De vele tochten die ze maakten waren goed voorbereid. En de vele honderden tekeningen die ze produceerden werden in een gezamenlijk tekeningenkabinet bewaard, welke werd beheerd door Abraham de Haen. Naar behoefte konden ze hieruit  kopieën maken voor de handel of verkoop. Ze kenden elkaar uit kringen van oudheidkundigen, tekenaars, dichters en schrijvers in Amsterdam.

IMG_0787

De aquarel van het dorp Den Ham uit 1732. Gemaakt door Cornelis Pronk. Hij laat het “licht” in tegenstelling tot de werkelijkheid uit het noorden komen om zo de kerk met de toren in het volle licht te zetten.

Route

Op de route van Ommen naar Almelo doen ze op zondagmorgen 6 juli 1732, Den Ham aan. Cornelis Pronk maakt dan een tekening van Mennegeshave en één van het dorp Den Ham met de oude toren. Deze tekening gebruik hij later om de hierboven afgebeelde  aquarel te vervaardigen;  één van de mooiste en oudste aquarellen welke ooit van het dorp Den Ham gemaakt zijn. Dit deel van de avontuurlijke belevenissen van dit gezelschap treft u aan in het boek “Over de hobbelde en bobbelde heide”  met de verschillende tekeningen en beschrijvingen.

Aquarel

De foto van de aquarel, die ik indertijd van het origineel maakte, heb ik digitaal bewerkt. Door alle vervuiling en ongerechtigheden te verwijderen oogt het beeld weer “fris” . Zo zien we bij nadere bestudering drie personen en een (z.g. lange) hond afgebeeld. Gezien de exacte weergave van de oude toren met de toenmalige kerk met zijn steunberen mogen we aannemen dat ook de andere woonhuizen of boerterijen juist zijn weergegeven. Opvallend is dan dat de eindgevels houten topgevels bezitten, hier is dus sprake van  een wat meer Twentse bouwtrant. Je zou voor een Sallands dorp meer wolfseinden  verwachten. De opgaande gevels zijn van metselwerk in een houten vakwerk opgetrokken. Ook een bouwstijl die in Twente maar ook in Duitsland veelvuldig voorkomt. De daken zijn met stro of riet gedekt zoals overal gebruikelijk in die tijd.  Zichtbaar is het dichte houten hekwerk rond het kerkhof. Dit hekwerk was een bescherming tegen de loslopende varkens die er geen moeite mee hadden de overleden en begraven dorpsbewoners als een welkome afwisseling op hun voedsel aanbod te zien. Verder zien we bord rechts naast de ingang van het kerkhof, Misschien bedoeld voor bekendmakingen. Achter de kerk zien we dat toentertijd de Brink ook al met bomen was beplant.

Joseph Adolf Schmetterling

DenHam door Smetterling 1751-1828

Hierboven zien we een afbeelding van een gewassen pen/potlood tekening die sterk overeenkomt en grote gelijkenis vertoont met onze aquarel. Deze prent wordt dan ook door sommigen toegeschreven aan Cornelis Pronk. Doch deze prent, ook aanwezig in het rijksprentenkabinet van het Rijksmuseum, is gemaakt door Joseph Adolf Schmetterling (1761-1828). Een Oostenrijker van geboorte die op 77 jarige leeftijd in Amsterdam overleed. Tijdens zijn leven  maakte hij tekeningen  van stads- en dorpsgezichten en kastelen. Naar alle waarschijnlijkheid is deze tekening een ‘kopie’ van dezelfde voorstelling en gemaakt met onze aquarel als voorbeeld. Het heeft er in ieder geval alle schijn van.

Op een aantal onderdelen wijkt de voorstelling af. Zo groeien er nu bomen rechts voor de toren en zijn de drie figuren niet aanwezig. Daarvoor in de plaats zien we een vrouw met kind die de (Grote-) straat oversteekt. Maar het zou ook heel goed kunnen zijn dat het een originele tekening van Cornelis Pronk is die door Joseph Schmetterling nadien is bewerkt en ‘opgepimt’ om hem beter verkoopbaar te maken. Bijzonder is wel, dat vaag maar wel duidelijk linksboven naast de toren spits, de datum 6 juli waar te nemen valt, wat er op zou kunnen wijzen dat Pronk dit geschreven heeft. Hij was nl die datum in Den Ham in het jaar 1732.

 Paul Peter  Hattinga-Verschure

dem Ham grotestraat a@uarel

De reis die in 1732 werd gemaakt door Cornelis Pronk en zijn vrienden werd door de Deventer kunstenaar Paul Peter Hattinga-Verschure in 2008 opnieuw gedaan en overal waar men vroeger halt hield om een prent te maken deed hij dat ook. Hierboven ziet u de aquarel die hij vanaf de zelfde plaats maakte in Den Ham aan de Grotestraat bijna 280 jaar later. In het boek: “Een wereld van verschil”, een tekenreis door Nederland in het spoor van Cornelis Pronk en Abraham de Haen, geeft hij een geïllustreerd reisverslag.  Op alle plaatsen waar zij hebben getekend  heeft hij in  2008 opnieuw een tekening gemaakt. De resultaten van zijn werk  zijn verschenen in de vorm van een historisch-topografische atlas. Zo zien we dat de bijzondere uitstraling van het dorp Den Ham door de eeuwen heen een bron van inspiratie is gebleken voor verschillende kunstenaars. Hopelijk zorgen de toekomstige generaties ervoor dat karakteristieke eigenschappen en de schoonheid van dit prachtige dorp niet verloren gaat.

Han(s) Veneman

potloodtekening van Hans Veneman 13 x 18 cm

HAN(S) VENEMAN 1939-1991

 door Herman Dasselaar.

Hans Veneman werd geboren en groeide op in Vroomshoop, een dorp zoals we allemaal weten, wat niet overloopt van kunstenaars.
Voor een modern kunstschilder nou niet een omgeving waarin je gemakkelijk tot ontwikkeling komt.
Na de lagere schooI in Vroomshoop te hebben doorlopen gaat hij in Almelo naar school, op zijn brommer, en als deze het niet meer doet betaald hij de fietsenmaker met een schilderij, hij bezoekt de LTS, de DEVA vakschool en een blauwe maandag de AKI.

Hij beseft zich terdege dat het beroep van kunstenaar geen gemakkelijke zal zijn. Toch kiest hij ervoor, als autodidact, zijn eerste houtskooltekeningen die via de BKR (beeldende kunstenaars regeling) in het bezit komen van de gemeente Den Ham zijn nog sterk figuratief en sommige nog fijn en uitgewerkt.
Maar allengs produceerde deze markante en uitbundige persoonlijkheid andere doeken waaruit zijn temperament en de bewondering voor de COBRA schilders als Appel en Lucibert naar voren komt.

Hoe onorthodox zijn konterfeitsels ook zijn, ze worden overal in het toenmalige gemeentehuis opgehangen. De meest herkenbare en figuratieve werken hebben de voorkeur bij de ambtenaren, de te heftige schilderijen verdwijnen in de kelder of worden geruild met andere gemeentes.
Eén doek doet de gemoederen binnen het doorgaans rustige gemeentehuis behoorlijk in beroering komen, de titel deed namelijk vermoeden dat er de geslachtsdaad op te zien moest zijn, het schilderij werd dan ook, na veel ophef, naar de kelder verbannen.

Inmiddels had Veneman zich in Almelo gevestigd, zijn kunstwerken worden steeds groter kleurrijker en meer en meer expressionistisch.
Samen met Jan Gierveld en Joop Nijhof heeft hij zijn atelier, woon en expositieruimte in het oude postkantoor van Almelo (1969) en probeert het publiek binnen te halen met muziek en voorstellingen.

In een veranderende kijk op het kunstenaarsschap en uit liefde voor de kunst wilde hij niet eenzaam op een koude zolder in stilte zijn meesterwerken creëren, nee hij wilde maatschappelijk betrokken, midden tussen de mensen, kunstpausen en kitspoepers, zoals hij het zelf noemde, zijn ultieme creaties laten ontstaan.
Almelo en omgeving heeft het geweten, geen enkele kunstenaar uit Almelo trok toentertijd zoveel aandacht als Veneman.
Zelfs de landelijke pers kon niet om hem heen.Toen Hanveneman, zoals hij zich bij voorkeur later noemde, met veel elan aankondigde vanuit een vliegtuigje een schilderij te willen maken zo groot als een voetbalveld, trok hij landelijke de aandacht.

Op erve noordik (1970) aan de Schapendijk in Almelo waar ik hem met vrienden wel eens bezocht verhaalde hij enthousiast over zijn grootste plannen en projecten “action painting” was zijn credo in die tijd en maakte op disco avonden doorzichtige “light-painting” schilderijen met muziek als directe inspiratiebron.


Action- painting 1983 olieverf 150 x 300 cm Particuliere collectie.

Wie nu nog denkt dat hij een fijnbesnaarde intellectueel was moet ik teleurstellen, hij was het tegendeel, meer een bewogen primitieve nomade of sjamaan zoals journalist Han Pape het indertijd noemde,die in zijn doeken verf, hout, zand, lijm, as en teer verwerkte, en een gedreven iemand die uit het leven haalde wat er maar in kon zitten, non-conformistisch op alle fronten, wars van hotemetoten moraalridders en snobisme zocht hij zijn eigen weg, uitdagend met enorme werkkracht produceerde hij een oeuvre wat het midden houd, volgens de “kenners” tussen expressie en expansie.

Daarnaast ontpopte Veneman zich in die tijd als beeldhouwer, begin 1973 beland hij in het ziekenhuis met een gebroken kaak daar boetseerde hij beeldjes die later gegoten en op groot formaat een plaats kregen op straten pleinen en stadhuizen van Almelo en Delden met titels als “de Vogelman” en de “verovering van Europa door een stier”.

In aanwezigheid van staatssecretaris De Graaf schildert hij in Hengelo onder ritmische begeleiding van een drummer in Eén sessie van 20 minuten het doek genaamd “de vuurvogel” in expressieve penseelstreken.Met het publiek als getuige en muziek ballet en voordracht als verhogende belevingswaarde in optredens of performance die hij “confrontation Art”noemt treed hij met Simon Vinkenoog op in Bilthoven, Utrecht, Eindhoven en elders in den lande in zijn ”theater” van de schilderskunst.


Vogel-hoofd 1985 olieverf 120 x 110 cm Particuliere collectie.

Dans muziek en poëzie zijn de rode draad, zich helemaal thuisvoelend tussen de dichters, schrijvers en muzikanten wil hij meer en groter maar sponsors ontbreken, tot in 1984 Vroomshoop bereid blijkt te zijn ter gelegenheid van haar 125 jarige bestaan een bescheiden versie van “coleured rian” toe te staan. Vanuit een helikopter werpt Hanveneman verf op een doek van 3 bij 4 meter. En wordt later met een bezem als kwast afgemaakt. Geen voetbalveld dus en ook geen spectaculaire duikvluchten. Simon Vinkenoog begeleid het geheel met muziek en poëzie.

Overal in den lande en daar buiten exposeert hij, teveel om op te noemen. Zijn rusteloosheid en dadendrang werden hem teveel en
plannen voor een nieuw performance op het plein van de dom van Keulen lagen klaar, als de dood hem verrast op 6 februari 1991 terwijl hij aan het werk was in Enschede.

Zijn nagelaten doeken en gedroogde verfmassa’s kunnen niet volledig weergeven het uitbundig ontstaan, de happening, het sprakeloos toekijken van het publiek opgezweept door dans muziek en poëzie, de energie van de scheppingsdaad en het moment suprème van het ontstaan van zijn creatie, waar het hem allemaal om begonnen was.

In vijf Almelose galeries wordt een jaar na zijn dood een gezamenlijke expositie ingericht met als thema een “een afscheid “ de toenmalige wethouder van cultuur P.J. Grondel opent het geheel en Jan Joris Nieuwenhuis zorgt voor de muzikale omlijsting hij speelt de uitvoering “Sonic landscapes for oboe and taped electronic music” van de componist Mark Philips. Simon Vinkenoog spreekt de bezoekers toe en draagt een gedicht voor met als titel “koraalzang” de aanwezigen waarderen alles na afloop met een warm applaus. Geen “action “ dus maar een genormaliseerd samenzijn.

Zijn werk bevindt zich voornamelijk in de collecties van de gemeente Almelo, Twenterand en in particuliere collecties in binnen en buitenland en bij de erven.
Wie nu de immens grote burgemeesterskamer van de gemeente Twenterand binnentreed ziet achter het bureau van de eerste burger een grote prachtige veelkeurige Hans Veneman hangen, het kan verkeren.

Herman Dasselaar,

Bronnen: Simon Vinkenoog, Peggie Breitbart, Han Pape, Hanveneman een afscheid, verschillende krantenartikelen en publicaties.